I'm not a robot

CAPTCHA

Privacy - Terms

reCAPTCHA v4
Link



















Original text

Van de auteur: Dit artikel bespreekt het belang van het behoud van de psychologische gezondheid van specialisten die betrokken zijn bij het bieden van psychologische en psychotherapeutische hulp en de preventie van het burn-outsyndroom. Vaak kom ik tegen dat de meeste opdrachtgevers ten onrechte denken dat onze specialisten dergelijke problemen niet hebben. Er bestaat een soort fantasie dat een psychotherapeut een ‘superman’ is die niet boos wordt, niet aanstoot neemt, de antwoorden op alle vragen kent en nooit fouten maakt. In werkelijkheid is dit uiteraard niet het geval. Ja, mensen willen een specialist waarschijnlijk dergelijke vaardigheden geven om de verantwoordelijkheid over te dragen aan een 'hogere macht' of om zich gewoon veilig te voelen en in goede handen te zijn. Dit is een van de vele valkuilen waar elke specialist gemakkelijk in kan trappen, of het nu een ervaren professional is of een jonge specialist die aan het begin van zijn carrière staat. De verleiding is immers echt heel groot en hoe meer we naar de vaste lat streven, hoe verder we van onze cliënten verwijderd raken en ons isoleren van onze eigen ervaringen. Vandaag zou ik willen stilstaan ​​bij de meest populaire ‘hark’ die we tegenkomen op ons moeilijke professionele pad. 1. Je eigen psycholoog. Net zoals een cardioloog niet immuun is voor een hartaanval, een therapeut voor de griep en een tandarts voor cariës, wordt een psychotherapeut dagelijks geconfronteerd met verschillende levensmoeilijkheden, ervaringen en spanningen die ons verrassen. En onze professionaliteit ligt niet in het vermijden van problemen, fouten en zorgen, maar in het onderkennen ervan, het ervaren ervan en het tijdig zoeken naar hulp als dat nodig is. Vaak hoor ik van collega’s: “Wat gaan ze me daar voor nieuws vertellen?”, “Ik kan het zelf wel aan!”, “Ik weet alles al!”, “Het komt vanzelf wel goed”, etc. Zal de chirurg zijn eigen appendix wegsnijden? Zal de tandarts zichzelf een vulling geven? Natuurlijk zijn het goede specialisten en kennen ze de fijne kneepjes van hun werk heel goed, maar het is onwaarschijnlijk dat dit hen zal helpen de ziekte het hoofd te bieden, omdat het enige wat ze op dit moment voelen pijn is, het subjectief is en hen niet in staat stelt rationeel te denken. . Hetzelfde overkomt ons: elke ervaring is subjectief en dit weerhoudt ons ervan onze situatie vanuit professioneel oogpunt te beoordelen en te analyseren. Daarom moet elke zichzelf respecterende specialist in ons vakgebied tijdig individuele psychotherapie ondergaan. Dit is een net zo gebruikelijke en noodzakelijke procedure als ‘geestelijke hygiëne’, net zoals het reinigen van de handen van chirurgen vóór een operatie. 2. “Ik geloof niet in tegenoverdracht!” Dit onderwerp verdient ongetwijfeld speciale aandacht, omdat het vandaag zijn relevantie niet verliest. Elke beoefenaar heeft minstens één of twee verhalen waarin zonder duidelijke reden een gevoel van woede, wrok, schuldgevoel of een staat van dissociatie of wanhoop jegens een cliënt ontstond. Dit is een alarmerend teken dat de persoonlijke emoties en ervaringen van de psychotherapeut worden beïnvloed. Als je deze signalen negeert, kun je niet alleen het psychotherapeutische proces zelf vernietigen, maar ook beide partijen schade toebrengen. Elke persoon is een systeem, het is uniek en doorlaatbaar, in staat om te nemen en te geven. Elke emotie die we op de een of andere manier van onze gesprekspartner waarnemen, vindt een reactie in ons lichaam. Als een spiegel reflecteren en laten we zien wat op ons gericht is. Maar wat als deze spiegel kromgetrokken, gebroken of op een andere manier beschadigd is? Het beeld dat op de spiegel is gericht, zal dan vervormd zijn. Door een soortgelijk mechanisme ontstaat tegenoverdracht: wanneer de persoonlijke ervaringen van de psychotherapeut worden beïnvloed, wordt zijn houding ten opzichte van de patiënt subjectief en worden de psychologische grenzen die nodig zijn voor het therapeutische proces uitgewist. 3. "Overflowing trunk-syndroom." Heeft u geprobeerd boodschappen te doen voor de komende week in een hypermarkt? Weet je nog hoe je na een werkdag, nadat je de benodigde producten hebt uitgekozen en gerangschikt, al deze ritselende pakjes in de kofferbak van je auto legt!